Discussiedocumenten  
 
Home
  Voorstelling
  Hoe website gebruiken
  Raadpleging
  Informatie gevraagd
  Aankondigingen
  Verenigingen
  Nieuwsbrieven
  Producten en advies
  Discussiedocumenten
  Thematische pagina's
  Forums en blogs
  Congresverslagen
  Samenvattingen

Standpunten en bedenkingen
Op deze pagina vindt u bedenkingen, ervaringen en inzichten evenals bijzondere uitspraken en standpunten inzake zoogdierenbescherming die anderen met u willen delen. U kan uw reactie rechtstreeks naar de auteur van het werkstuk sturen of posten op deze website.

post een bericht


  Onderwerpen
Ideeën voor vleermuiskasten onder bruggen ( NL )

Kunstmatige winterverblijfplaatsen voor vleermuizen ( NL )

Oversteekvoorzieningen voor vleermuizen - Schadebeperking bij habitatversnippering door verkeersinfrastructuur ( D )

Standpunt betreffende een beperkt gebruik van braakland voor de bescherming van jonge zoogdieren ( D )

Standpunt ten aanzien van een sperperiode voor beheermaatregelen op braakgelegde gronden ( D )

Variabel ringbeheer voor vleermuizen ( NL )


 
     
     
Variabel ringbeheer voor vleermuizen
Onderwerp:Variabel ringbeheer voor vleermuizen
Gepost door:Rob Vermeulen
E-mail:r.vermeulen@natuurmonumenten.nl
Adres:
Taal:Nederlands Datum:2008-01-01
Samenvatting:
In het landgoed Voorstonden werden bomen van ½ tot ¾ van de omtrek geringd om de bomen in een kwijnstadium te krijgen zodat er versneld holtevorming optreedt (zie tijdschrift Zoogdier 17-2, juni 2006). Dit komt ten goede van holtebewonende zoogdieren zoals vleermuizen en boommarters. Na 2 jaar is gebleken dat de meeste bomen die voor de helft geringd waren er nog steeds vitaal uitzien. De wond is grotendeels weer dichtgegroeid. Alleen bij de bomen die tenminste voor ¾ geringd waren, was te zien dat de bomen (enigszins) kwijnend waren. Holtevorming is nog niet opgetreden. Het is dus niet eenvoudig om een vitale boom in een kwijnstadium te krijgen. Je moet dus meer dan ¾ van de omtrek ringen. Er moet vooral gelet worden dat de breedte van de ring groot genoeg is (minimaal 5 cm) en de cambiumlaag verwijderd is. Een andere manier om holtevorming te stimuleren is het opsnoeien van bomen volgens de “oude methode” waarbij takken tot op de stam gesnoeid werden. Omdat hierbij de ‘natuurlijke afsluitingslaag’ afgezaagd wordt, kan de boom de wond niet dichtmaken. Hierdoor gaat de boom inrotten. De methode is beproefd: hoe dikker de tak, hoe beter het resultaat. Aangezien de meeste vleermuizen in loofbomen leven is het zinvol om alleen loofbomen te nemen. Naaldbomen leveren immers bij verwonding kleverige hars waaraan de vleermuizen kunnen blijven plakken. De soort loofboom is niet zo belangrijk. Zomereik, linde en beuk leven relatief lang. Deze bomen kunnen lang staan kwijnen. Populier en wilg groeien wel erg snel en vormen snel holten, maar het kwijnstadium is relatief kort. Door activiteit van boktor en wilgenhoutrups vallen deze bomen snel uit elkaar. Behandelen van bomen is het meest zinvol als dit bij groepjes van 5-10 stuks gedaan wordt, met bomen die tenminste 25 cm dik zijn (op borsthoogte) en bij voorkeur bomen die op een zuidhelling staan. Het loofboomperceel moet tenminste 7 hectare groot zijn. De maatregelen mogen natuurlijk niet toegepast worden bij monumentale bomen en bij bomen die vlak bij een wandelpad staan. In het laatste geval dreigen de bomen om veiligheidsredenen vroegtijdig geveld te worden, waardoor het beoogde effect verloren gaat.









START